In dit gedicht probeert men een blik te krijgen
op het hiernamaals. Bestaat de hemel wel?Hoe zou het daar voelen? Al van
kleins af worden we geconfronteerd met het vage begrip ‘de Hemel’. Niemand vertelde ooit er echt geweest te zijn. Niemand weet dus hoe de hemel eruit ziet.
De
dichter vergelijkt de hemel met de ruimte, een plaats waar niets is. Een plaats
waar je je zonder zorgen kan voortbewegen. Een plaats waar je vrij bent maar
toch niet kan leven.
Toch
is de hemel voor veel mensen een drijfveer, een begrip dat de dood verzacht,
net zoals sommige geloven in reïncarnatie. Dit alles probeert ons leed te
verzachten. Het geeft meer doel aan ons leven, dus zingeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten